Naar een hoger DQ

Al die online initiatieven zijn wel leuk, maar er is een grote groep mensen die buiten de boot valt. Die weten niet wat ze met internet kunnen doen, hoe ze moeten zoeken, hoe ze via internet hun doel kunnen bereiken. Het overheidsprogramma Digivaardig & Digibewust probeert daar verandering in te brengen. 

Er is de afgelopen jaren 3x onderzoek gedaan naar hoe mensen surfen op internet, door hen bepaalde opdrachten uit te laten voeren waarbij informatie- en strategische vaardigheden werden getest. 

Hoe zoek je bijvoorbeeld het minimumsalaris uit 2006? Veel mensen kwamen hier niet uit, vooral door onvoldoende zoektermen te gebruiken, misschien door een te kleine woordenschat. Of door slechts de eerste 3 zoekresultaten te bekijken, terwijl het antwoord bijvoorbeeld als vijfde staat.

Jongeren bleken hier ook slechter in dan ouderen. Ouderen zijn vasthoudender om de opdracht te voltooien en lezen zorgvuldiger de vraag en wat er op hun scherm komt.

De verwachting is dat de kloof die er nu al is tussen digibeten en digivaardigen steeds groter wordt. Het gaat ook om omgaan met softwareprogramma’s en de waarde die aan de gevonden informatie op internet wordt toegedicht. Denk aan het onderwijs en de zorg, twee pijlers waarbij ict voor een grote efficiencyslag kan zorgen, maar waar nog onvoldoende kennis is.

Een belangrijke oorzaak ligt in de complexiteit van websites. De navigatiestructuur, zoekmachine-optimalisatie en gebruiksvriendelijkheid maken veel uit voor de 1,6 miljoen digibeten die ons land telt. 
Op de brainstormsessie van 6 december kwamen drie oplossingen naar voren.

  1. aansluiten bij de certificering in Europa, mensen moeten een soort computervaardigheidslicentie halen, afhankelijk van opleiding en beroep.
  2. Train de trainer: ook docenten zijn vaak niet digivaardig of er wordt meteen aan compleet nieuwe lesmethodes gedacht. Met train de trainer worden docenten opgeleid om de huidige lesstof met digitale middelen aan te bieden.
  3. Het ‘klik-en tik’ programma uitbreiden via E-TV, bibliotheken en internet.

Maar in mijn ogen ligt er ook een taak bij de internetbureaus om sites gebruiksvriendelijker te maken en te zorgen dat ze op de juisten termen door google worden gevonden. Alle beetjes helpen!

Lees het verslag van de brainstormsessie van 6 december. 

Lees over het proefschrift van Alexander van Deursen

Een docusoap voor digibeten

Dinsdag 16 maart was er in de sfeervolle Koninklijke Schouwburg in Den Haag een netwerkbijeenkomst ‘Maak werk van digitale vaardigheden’. Marion Duimel presenteerde de uitkomsten van haar onderzoek naar de behoeften van digibeten. Dit onder de vlag van het programma Samen werken aan een digivaardig en digibewust Nederland, bedoeld om de sociaaleconomische positie van digibeten te verbeteren. Ik vond deze bijeenkomst erg interessant, omdat ik (profit) organisaties wil stimuleren meer van social media te weten en er meer gebruik van te maken. Daarnaast heb ik zelf meegedaan aan het breedbandgebruikersonderzoek internetgebruik voor privédoeleinden, waarbij het mij opviel dat ik zelf niet zoveel doe op internet. Ik ben vooral zakelijk bezig en gebruik privé vooral google om te zoeken voor uiteenlopende doeleinden, google maps voor routes en plattegronden, een community voor mijn hobby duiken en een enkele keer deel ik foto’s.

Er zijn in Nederland zo’n 1,6 miljoen mensen digibeet. En digibeet ben je als je niets van computers weet, aldus de Van Dale. Overigens ook volgens de ruim 60 aanwezigen die interactief eigenschappen van digibeten opsomde welke vervolgens rechtstreeks in de presentatie verwerkt werden.

Onder digibeten zijn vaak

  • laag opgeleide oudere vrouwen,
  • langdurig werklozen
  • ouderen
  • mannen van middelbare leeftijd en een hoog inkomen
  • relatief jonge werkenden/studerenden

Marion Duimel had naar aanleiding van haar onderzoek haar respondenten onderverdeeld in 8 types, waarvan wij als deelnemers aan de netwerkbijeenkomst, er 3 gaan ‘helpen’.

  1. het onbeschreven blad:
    mensen die geen idee of geen duidelijk beeld hebben wat internet is en wat je ermee kan. 
  2. de welwillende afwachter
    mensen die graag willen internetten, maar in hun directe omgeving het zetje missen om verder te komen
  3. de ploeterende volharder
    mensen die wel willen internetten en ook veel proberen, maar de werking niet begrijpen en er geen aanleg voor hebben.

De overige types zijn: ongewild gelimiteerde; afkerige criticus; tevreden traditionalist; selectieve kleinverbruiker en de ontmoedigde afhaker.

In groepjes gingen we vervolgens aan de slag om voor de 3 eerste types te bepalen hoe je deze kunt bereiken, welke activiteiten er al zijn en welke nieuwe activiteiten nodig zijn. 
Voor het onbeschreven blad kwamen we tot de volgende aanbevelingen:

  • bereik ze offline
  • pas taalgebruik aan (dus niet ‘offline!;>))
  • speel in op hun eigen belevingswereld
  • ga niet uit van de pc of internet
  • ontwikkel een docusoap met rolmodellen

Voor de welwillende afwachter:

  • bereik via eigen sociale omgeving, plaatsen waar de mensen toch al komen
  • maak cursussen concreet (niet cursus internet, maar cursus hoe plaats ik iets op marktplaats)
  • stapsgewijs instructies
  • persoonlijke benadering, ze hebben een zetje nodig

En voor de ploeterende volharder

  • persoonlijke benaderinig
  • goede methodiek
  • bekende Nederlanders als rolmodel> ze staan niet alleen in hun geploeter
  • nazorg
  • landelijke helpdesk

Digibeten zijn dus niet alleen ouderen. Niet iedereen weet precies wat internet is. Onder de respondenten waren ook mensen die dachten dat internet een bank was of een autohandelaar, als de buurman een auto via internet gekocht had. De groep die de boot gemist heeft, vindt het heel moeilijk hier voor uit te komen, zo raken ze steeds verder achter. Een positieve benadering hierbij is erg belangrijk, niet uitgaan van je kunt anders niet mee, maar van de nuttige en leuke zaken die internet te bieden heeft.

Tot slot de aandachtspunten naar aanleiding van deze bijeenkomst:

  • weet wat je wilt vertellen
  • maak het menselijk, persoonlijk
  • stel de vraag centraal (niet internet, maar ‘vakantie boeken; foto’s delen; e-mailen etc)
  • herhalen, herhalen, herhalen
  • doe aan nazorg
  • maak het laagdrempelig
  • koppel het aan de sociale omgeving
  • didactisch hoogwaardig
  • bovenaan beginnen in organisaties

Vanaf volgende week komen de uitkomsten van het onderzoek online en vanaf eind maart kan iedereen zijn digitale vaardigheden oefenen via Klik & Tik. Het internet op, een educatieve website met uitleg, filmpjes en eofeningen voor de beginnende internetter. Voor meer informatie: http://www.mijndigitalewereld.nl/

Affiliate marketing >artikel Marcommagazine

In oktober (her) lanceerde Tickets.nl haar website. Tickets.nl heeft als doel de meest omvangrijke tickets portaal te worden van Nederland. Hierdoor zet ze vol in op het affiliate model met als basis performance based marketing. De 1.8 miljoen zoek resultaten op Google naar Tickets wil tickets.nl inzetten om de verkoop en marketing van deelnemende partijen te stimuleren. Tickets.nl krijgt bij een succesvolle verkoop een commissie over de verkoop. Tickets.nl biedt op onafhankelijke wijze tickets aan waaronder vliegtickets, concerttickets, sporttickets, evenemententickets, theatertickets, musicaltickets en pretparktickets. Na de softlaunch in oktober wil Tickets.nl vanaf februari duidelijk haar naamsbekendheid inzetten en is van mening dat social media een werkbare omgeving zou kunnen zijn. De vraag is alleen op welke wijze en welke kanalen wel of niet.
Deze vraag werd onder andere aan mij voorgelegd. Dit is mijn antwoord:

Het affiliatemodel wordt in deze crisistijd gezien als het meest effectieve model vanwege de no cure, no pay insteek. Relevante sites plaatsen links of banners op hun site en ontvangen een commissie per afgesproken conversie. Door de commissie doen de sites veel moeite om het betreffende product te verkopen. Tickets.nl is een prima voorbeeld van affiliate marketing. Je koopt niet op de site zelf maar op de site van de feitelijke aanbieder.
 
Tickets.nl is een breed inzetbaar concept met 11 contentgebieden. Je koopt een ticket voor een beleving, zoals een dagje Efteling, een concert, museumbezoek of een treinreis naar Brugge. En beleving is ook waar het om draait bij social media. Maar de kern van social media is delen. Dat is een natuurlijke spagaat met affiliate marketing, waarbij de kern conversie is.

Social media als Twitter, Hyves, Facebook en blogs lijken ideaal voor doelgericht adverteren, maar de gebruiker kan dit als een inbreuk op de privacy ervaren.
Het is nog niet gebruikelijk om te adverteren op social media, er is nog geen verdienmodel gevonden. Tickets.nl moet zorgvuldig een relatie opbouwen met haar (potentiële) klanten om haar naamsbekendheid te verhogen. Dit kost tijd en moeite.
Ideeën zijn bijvoorbeeld een geautoriseerd Twitteraccount met de ticketaanbieding van de dag of week; via de beheerder van een relevante groep op Hyves of Facebook last-minutetickets doorgeven, een viral marketing actie starten met behulp van YouTube.
Affiliate marketing en social media hebben nog een broze relatie. Als iemand in je netwerk je een product aanbeveelt, dan vertrouw je op haar/zijn oordeel en ga je er niet vanuit dat die persoon geld ontvangt voor haar/zijn aanbeveling. Dus de naamsbekendheid creëren op social media moet wel heel transparant gebracht worden.

Kijk voor het volledige artikel op 

http://www.marcommagazine.nl/pdf/Januari10.pdf

http://www.marcommagazine.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=50&Itemid=2

Open Innovatiefestival

16.000 ambtenaren konden in de week van 30 november kennis maken met een innovatieve manier van werken op het Open Innovatiefestival. Er was veel ruimte voor social media, tools om efficienter werken, interactie met de burger. Mijn invalshoek was Communicatie 2.0, uiteindelijk een combinatie van alles!
Ik begin mijn preso altijd met een aantal vragen, om af te tasten wat men al weet. Dat wisselde sterk. Maar zo zit ook de samenleving in elkaar. M.i. is het nog maar een beperkte groep die overal te vinden is en van veel nieuwe middelen gebruik maakt. Wij -socialmedia-adepts-, mogen het wel allemaal zo belangrijk vinden, maar de mensen om mij heen zijn lang zo vaak niet online en weten amper waar ik het over heb. Waarom zouden ambtenaren geen doorsnee van de samenleving zijn?

Voor mij is het belangrijk dat de overheid weet wat er mogelijk is en dat er een weloverwogen keus gemaakt wordt om gebruik te maken van social media.

Dienstverlening vind ik een ander verhaal. Dit moet je zoveel mogelijk kunnen aanbieden op tijdstippen dat het de klant uitkomt.  En niet voor minder belangrijke zaken naar het gemeentehuis sturen.
Een voorbeeld:
Mijn vuilnisbak was op dinsdag niet teruggekeerd van de ophaalronde. Toen ik een nieuwe wilde regelen, moest ik mij legitimeren in het gemeentehuis zelf. Omdat ik overdag niet kan, moest ik er savonds naar toe. Het gemeentehuis is alleen op dinsdagavond open en ik was net te laat om er heen te gaan. Ik moest dus een week wachten. Met de feestdagen niet zo handig. Graag had ik deze legitimatie via DigiD afgehandeld.  Ik mocht echter al blij zijn dat ik het formulier thuis ik kon vullen…